Aan het lidmaatschap in het kwaliteitsregister van de NAP zijn eisen verbonden. Het ECP wordt verkregen nadat de therapeut heeft aangetoond in de vormende fase (de opleiding tot therapeut) een substantiële investering te hebben gedaan in theorie en praktijk. De opleiding in een vorm van psychotherapie heeft een omvang van 4 studiejaren. Gedurende deze tijd bekwaamt de student zich in  theoretische grondslagen en (gesuperviseerde) praktijk. Na het verkrijgen van het ECP dient de therapeut vervolgens te blijven investeren in zichzelf ten behoeve van de dienstverlening aan patiënten/cliënten. 

Eens in de twee jaar (eerstvolgende deadline per januari 2024) dient een ECP-therapeut aantoonbaar te maken te hebben geïnvesteerd in voortdurende professionele ontwikkeling (CPD= continuous professional development). Hieronder (zoals opgenomen in PE Online de opsomming van de onderdelen waarin de ontwikkeling dient te worden vastgelegd in het digitale logboek:

Categorie A - Continuous professional education Psychotherapy (norm 30 Logbook hours)
Categorie B - Special Literature Psychotherapy (norm 40 Logbook hours)
Categorie C - Intervision/Supervision Psychotherapy (norm 30 Logbook hours)

Categorie I - Board-, Committee-, and/or Working group activities for the Professional Psychotherapy Organisation, NAO, EW(A)O and/or EAP
Categorie II - Special activities such as writing essays, scientific publications, teaching, lectures on conferences or other activities that promote/stimulate the quality of the (modality of) psychotherapy.

Opmerkingen:

Categorie A: Bij- en nascholing voor een totaal van 30 uur. De minimale omvang van de investering bedraagt 30 klokuren. Er dient minimaal geparticipeerd te worden in 3 verschillende bij- of nascholingsprogramma's. Ongeacht de omvang van een cursusprogramma mag maximaal 10 uur opgegeven worden per scholing. Het scholingsprogramma dient de goedkeuring te hebben van de NAP.  Neem bij twijfel contact op.

Opvoeren van uren uit vorige logboekperiode. Het is mogelijk tot 25% van een activiteit uit de categorieen A,B en C op te voeren met boventallige uren uit een vorige logboekperiode. Voorbeeld: in de periode 20-21 had je 40 uur besteed aan nascholing. Dat is 10 meer dan wat minimaal besteed dient te worden aan nascholing. Van de 10 'boventallige' uren mogen 7,5 uur (=25% van 30 uur) worden opgevoerd in Categorie A van de logboekperiode 22-23.